Floortje was een echte boerderijkat, met het felle wispelturige karakter van een lapje. Als je haar ’s ochtends op de gang tegen kwam, dan was je spontaan onmiddellijk wakker en alert. Floortje was namelijk dol op blote benen waar ze met veel plezier haar nagels in zette. Tijdens het grasmaaien heb ik haar regelmatig vervloekt omdat het hele gazon weer eens bezaaid was met de vogelveren van de vogelijk die ze als lunch had genuttigd.
Op zoek naar een huisgenoot werd ik in het asiel meteen smoorverliefd op een ander lapje: Colette. Ze past bij mij, ze hoort bij mij, ze lijkt op mij. Als je op haar pootje trapt, dan deinst ze geschrokken weg. Precies zoals ik doe als je mij pijn doet. Ze is keurig netjes opgevoed. Alles wat niet voor haar is bestemd, laat ze keurig liggen. Zelfs als het zalm betreft.
Colette houdt van aandacht krijgen. Als ze niet bezig is om mij wakker te houden door op of naast me in bed te liggen of als het bezoek eindelijk de gelegenheid heeft gekregen om mij in plaats van haar aandacht te geven, dan kan ik haar vinden bij de kroeg op de hoek waar ze één voor één alle bezoekers afgaat om kopjes te geven. Maar voor de rest, als ze alleen in haar eigen omgeving is, is ze graag op zichzelf en zo leven we samen en tegelijkertijd langs elkaar heen in de flat op de Vestwal.
Langzaam aan begint zich een steeds grotere muur van verhuisdozen in mijn woonkamer te ontstaan. We schoten bij het inpakken van de eerste doos al direct samen in de stress. Met het groeien van het aantal ingepakte dozen, groeide ook mijn hoeveelheid lijstjes waarmee ik wanhopig grip probeerde te houden op mezelf. Colette kan geen lijstjes schrijven of lezen. Onrustig loopt ze door mijn huis en laat niets meer zien van haar keurige opvoeding. Ik zie al, we lijken op elkaar.
Het tuincentrum waar ik vandaag nieuwe brokken ging halen bracht een oplossing. Een kalmerende naar lavendel en valieriaan geurende halsband
Colette is weer helemaal zichzelf. Bestaat er ook zoiets voor mij?