De minuten glijden voorbij in een gemeen traag tempo. Ik overleef minuut voor minuut. Ik sta op met een depressief hoofd en ga met een nog depressiever hoofd slapen.
Ik ontbijt met een half bakje noodles. Als ik eraan denk lunch ik met een broodje of salade. Vaker wordt het een vroege avondmaaltijd.
Na het ontbijt zoek ik afleiding. De gestreken was ligt op mijn strijkplank. De onderbroeken in mijn kast zijn op. Ik pluk een schone uit de wasmand die naast de strijkplank staat en dwing mezelf aan te kleden. Ik speel wat piano, ik kleur mijn mandala, ik kijk naar het journaal of Jinek.
Ik ga langs de supermarkt. Elke dag. Even buiten zijn. Even fietsen. Wat limonade, noodles, wat voor mijn  salade. Volgende week geef ik een feestje. Niemand heeft zich aangemeld. Niemand wilt bij me zijn.
Minuten glijden voorbij. Ik kruip in mijn bed. Mijn kat komt naast me liggen. Ik ben jaloers, haar lukt het wel om te slapen. Ik huil, mijn gedachten gaan met mij aan de loop. Mijn hoofd wordt steeds suïcidaler. In bed liggen helpt niet, maar het voelt veilig. Ik wil slapen. Niet meer wakker worden. Vluchten. De minuten worden uren.
Huilend ga ik douchen. Ik ga piano spelen, kleuren. Ik kijk voorheen leuke programma’s terug.
Mijn vloer moet gestofzuigd. De ramen gelapt. Het vuilnis weggegooid. Het tuinafval opgeruimd. De was gestreken. Het gasfornuis gepoetst. De toilet en douche schoon. Het zwembadje naar de schuur. Voorlopig wordt het toch geen mooi weer.
Mijn hoofd slaat verder op hol. Ik neem oxazepam. Mijn hoofd wemelt van de suïcidale gedachten. IK speel wat piano, kleur wat. Ik kijk de dvd die ik de afgelopen dagen al acht keer heb gezien. Minuut voor minuut glijden voorbij.
Het wordt avond. Ik wandel. Over elke pas moet ik nadenken. Ik mag eindelijk mijn avondmedicatie nemen. Het duurt lang tot ze werken. Ik mag geen piano meer spelen. De buren. Ik verlies me in mijn mandala. Hij moet vanavond nog af, zegt mijn hoofd.
Minuut voor minuut ben ik depressief. Niemand die het ziet. Drie weken voer ik in stilte mijn gevecht. Als ik onder mensen ben lach en straal ik.
Mijn rapid-cycling is trager geworden. Daar ben ik blij om. Ik kan mijn dagen beter voorspellen. ’s Ochtends kan ik bepalen dat ik minuut voor minuut moet leven.
Leven.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *