‘Ik hoef er alleen voor mezelf te zijn.’ Ik probeer er een mantra van te maken en net zo lang te herhalen tot ik er zelf in ga geloven. In mijn G-schema kreeg deze uitspraak vanmiddag een geloofwaardigheid van ‘0’ op een schaal van 100. Nul dus, niets, nada, noppes.
Maar het feit alleen al dat ik een zin durf te formuleren die impliceert dat ik ook van waarde ben als ik niet alleen maar voor anderen klaar sta en zorg. Dat ik ook van waarde ben als ik niet alleen maar bezig ben met het invullen van andermans behoeften. Dat feit betekent dat ik een reuzenstap heb gezet richting het geloven van deze uitspraak.
‘Ik hoef er alleen voor mezelf te zijn.’ Dat gaat betekenen dat ik niet alleen een nieuwe jurk mag kopen als ik een sjiek diner of een bruiloft heb, maar ook als ik wat geld over heb en daar zin in heb. Het betekent dat als ik op een doordeweekse dag een hele dag alleen maar in de tuin mag werken, omdat ik dat leuk vind.
‘Ik hoef er alleen voor mezelf te zijn.’ Het is een zin die mij verteld dat ik ook zomaar een hele lekker lange warme douche mag nemen. Niet alleen om mezelf te kalmeren, want op de normale dagen moet ik een korte douche nemen van mezelf in verband met de water- en gasrekening. En dan mag ik aan het einde van een dag, na die heerlijke douche, me insmeren met bodylotion van de Rituals en vlak voor ik in bed kruip nog wat parfum opdoen. Gewoon omdat ik het fijn vind, niet omdat ik wat extra zelfvertrouwen nodig heb voor een afspraak.
‘Ik hoef er alleen voor mezelf te zijn.’ Het geeft me de vrijheid om geld te gebruiken voor een saunabezoek. Mezelf de luxe van een massage te gunnen. En daar een heerlijke, luxe lunch te gebruiken, en ondertussen te genieten van het uitzicht over Leiden.
‘Ik hoef er alleen voor mezelf te zijn.’ Een mantra die ik blijf herhalen. En hopelijk komt er een dag dat ik er zelf in ga geloven. En in mijn G-schema de geloofwaardigheid op een 5 kan zetten, of al was het maar een 1, welk getal dan ook waarmee ik aangeef op de goede weg te zijn.