‘Het is goed dat je je TOR en 113 gebruikt, om erger te voorkomen. Maar je moet ook meer proberen om gebruik te maken van de technieken die je hebt geleerd om je gedachten en gedrag onder controle te krijgen. Vul je G-schema’s vaker in.’ Mijn verpleegkundige zegt het vriendelijk, maar mijn hoofd slaat op tilt.
Ik moet het voortaan zelf doen. Ik mag geen gebruik meer maken van TOR of 113. Ik mag ook geen gebruik meer maken van andere bronnen: de verpleegkundige die me dit zojuist vertelt, mijn zus, zelfhulpgroepen of oxazepam. Ik moet het zelf doen.
‘Persoonlijkheidsstoornissen vormen een categorie van psychische aandoeningen die gekenmerkt worden door een star en duurzaam patroon van gedachten, gevoelens en gedragingen.’
Ja, dat is me inmiddels wel duidelijk. Een star en duurzaam denkpatroon dat in mijn geval gaat over afhankelijkheid. Ik vind het moeilijk om om hulp te vragen en als ik dat doe, doe ik dat op een afhankelijke manier. Ik vind het moeilijk om dan zelf op een evenwichtige manier om hulp te vragen en heb de neiging om op anderen te gaan leunen. Ik haal een ongezond deel van mijn eigenwaarde uit het feit dat ik voor anderen nuttig ben.
En ik ben niet nuttig voor anderen. Ik kan niet betaald werken, ik kost de maatschappij alleen geld. Ik kan geen vrijwilligerswerk doen, dus ik ben niet nuttig. Oppastante zijn is leuk en telt dus niet mee. Mijn zus regelt zo iemand anders, als ik het een keertje niet red.
Mijn hoofd is op tilt geslagen. Ik mag nu alleen nog maar nuttige dingen doen. Stofzuigen of deuren schilderen. Piano spelen en tuinieren zijn leuk, dus mogen ze niet. Dat mag alleen als ik mijn (inmiddels onrealistisch lange) to-dolijst heb afgewerkt.
Zolang ik niet betaald werk, zolang ik teveel hulp zoek, zolang mijn to-dolijst niet klaar is, mag ik er niet zijn. Mag ik niet bestaan. Mag ik nog maar één ding bij mezelf doen, namelijk mezelf heel veel pijn doen. Ik schaam me er zo voor, maar de arts-assistent die zei ‘je moet er gewoon mee stoppen’ moet nog veel leren. Want mijn hoofd staat niet toe om ermee te stoppen.
Mijn hoofd begrijpt de laatste zin die mijn verpleegkundige sprak niet. ‘Je bent echt onwijs op de goede weg.’ Hij begrijpt alleen de rest van mijn starre denkpatroon.
 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *