De stabiele fase met af en toe een hypomane dag is definitief voorbij. Ik had zo gehoopt dat ik het dinsdag kon voorkomen door veel rust te nemen en aardig voor mezelf te zijn. Helaas, het mocht niet zo zijn.
Ik zit in mijn normale ritme dat het ’s ochtends het beste gaat en ’s avonds het slechtste. Gemiddeld doorloop ik mijn plan twee keer. Soms met resultaat, soms zonder. Ik ben trager. Ik kan mezelf niet uitstaan. Gedachten overspoelen me.
Als ik bezig ben dan gaat het wel. Als ik mijn vuilniscontainer schoonspuit, als ik mezelf buiten sluit en langs mijn zwager ga voor de reservesleutels, als ik langs de Gamma ga, als ik de afwas doe, als ik mijn soep maak. Aan alle mensen die ik tegenkom schenk ik mijn lach.
Ik heb geen eetlust . Vandaag at ik een half bakje noodles, een snee brood tussen de middag, een mandarijn als vier-uurtje en soep als avondeten. Ik had twee sneetjes brood geroosterd voor het avondeten, na een halve had ik genoeg. De pan met soep staat op mijn salontafel te wachten tot ik een tweede kom neem.
Op mijn brood vanmiddag had ik aardbeien. Het smaakte niet vies, maar ik heb een totaal gebrek aan smaakcellen. Ik kan er niet van genieten.
De televisie laat het NOS-journaal en EenVandaag zien, ik kan het niet volgen. De DVD van Middelmarch, een kostuumdrama, heeft teveel verhaallijnen door elkaar. Ik weet niet meer wie de dokter, wie de landeigenaar of de kapelaan is. Van de DVD van Mike en Thomas kan ik de humor niet inzien. Hopelijk gaat het straks, tijdens de herhaling van Flikken Rotterdam beter.
Ik heb zelf soep gemaakt van bleekselderij, wortelen en een ui. Hij smaakt redelijk, wat betekent dat hij eigenlijk erg lekker is. Het koste me een dik half uur om het bakje leeg te krijgen. Van mezelf moet ik nog een bakje nemen. Ik moet toch iets eten, maar ik heb een totale weerzin.
Van mijn plan moet ik binnen blijven. De supermarkt lonkt me. Ik kan beter slecht voor mezelf zijn door een zak chips open te trekken, dan in de supermarkt verkeerde dingen te kopen. Maar zelfs de lekkerste chocolade smaakt me niet.
Eten, het is zo moeilijk. En ik kan me er ook niet toe zetten een normale maaltijd te maken. Misschien moet ik voor vanavond toch troosteten bestellen. Een zak friet, een broodje kroket, pasta carbonara, wraps, chinees, pizza, dan krijg ik tenminste iets binnen. Ik kan geen keuzes maken, en toch zou eten bestellen goed voor me zijn. Dan moet ik wachten tot de bezorger komt voordat ik veel te vroeg naar bed ga waar ik mezelf wentel in mijn eigen ellende.
Lief voor mezelf zijn terwijl mijn gedachten me overspoelen. Binnen blijven, niet naar de supermarkt, niet naar het spoor. En toch lief voor mezelf zijn. Hoe moeilijk dat ook is.