Voedselbank Leiden doet niet aan karig. Wel aan een kilo
gedroogde kikkererwten. Ik doe niet aan kikkererwten. Die zijn vies. Ik doe ook
niet aan houmoes. Dat is ook vies, maar vrienden van mij doen daar wel aan. En
zij doen zeker aan versgemaakte houmoes.
Dus gooi ik ’s avonds twee handjes gedroogde kikkererwten in een pan gevuld met
water om ze een nacht te laten weken op mijn gasfornuis. ’s Ochtends giet ik ze
af en in schoon water verwarm ik ze en laat het rustig pruttelen. Daarna ga ik
rustig de was ophangen, piano spelen, opruimen, onkruid wieden, was sorteren,
de krant lezen, aardappesls schillen, een boek lezen. En dan eens kijken of de
twee uur die de kikkererwten moeten pruttelen inmiddels voorbij zijn.
Vervolgens giet ik mijn inmiddels twee grote handen met kikkererwten af en haal
ik mijn tover passé-vite tevoorschijn. Bij gebrek aan blender zal ik de licht
gekleurde erwten door mijn draaizeef moeten halen om er een pasta van te maken.
Eerst haal ik de ingekookte, droge erwten door de grofste zeef om het zo
enigzins te verpulveren. De berg kruimels meng ik bij gebrek aan olijfolie
extra vierge met twee flinke eetlepels zonnebloemolie en met twee teentjes knoflook.
Een flinke portie zout en peper moeten het afmaken.
Ik vervang mijn grove zeef door mijn fijnste zeef en het prutje gaat nog twee
keer door de zeef heen zodat er gladde sliertjes pasta ontstaan. Wat zal ik aan
het einde van mijn kikkererwten een enorme hoeveelheid spierballen hebben
gekweekt. Hoe toepasselijk maak ik van de sliertjes een bakje vol met gladde houmoes
in een bakje van Ilias. Trots kijk ik naar het resultaat en zet een foto ervan
op Facebook.
Te koop: zelfgemaakte houmoes, ook te ruilen voor: Tony’s Chocolonely, Fernandas
Cola, pijnboompitten of champignons.
De voedselbank doet niet aan karig, wel aan creatief.