Zoals mijn vaste lezers weten heb ik een heerlijke tuin. Dit jaar doen de aardbeienplanten het beter dan ooit en zijn de slakken nu al begonnen om de kleine, beginnende bladeren van mijn stokroos op te eten. Dat wordt strakjes dus weer bier kopen om ze een nare dood te laten sterven en mijn stokroos de kans te geven tot volle bloei te komen.
Op zomers warme dagen als vandaag ben ik graag in mijn tuin aan het werk. Het zittend op mijn kont met mijn blote handen de aarde omwoelen om zo onkruid uit te graven doet me denken aan vroeger, aan de tijd dat we in het Nieuwe Huis woonden. Met het hele gezin werkten we hard om het onkruid in toom te houden en alle andere planten de kans te geven om te groeien. Ik herinner me zomerse dagen met thee, ranja, ’s ochtends buiten ontbijten, ’s avonds zalmpasta op ons ook behoorlijk grote terras. Ik herinner me toetjes met fruit uit eigen tuin.
Bij de tuin van het Nieuwe Huis vergeleken is mijn tuin een mini-tuintje, maar voor Leidse begrippen is hij groot en voor mij is hij groot genoeg. Ik heb geen gezin dat mij kan helpen bij het grasmaaien en onkruid wieden. Als ik naar mijn tuin kijk lijkt het vaak onbegonnen werk om al het onkruid weg te halen.
Ik kan me herinneren dat als ik vroeger verdrietig was ik op mijn blote voeten door de tuin liep en op ons grote speeltoestel de rust zocht van in mijn eentje op de schommel zitten. In mijn tuin heb ik geen schommel, maar wel bamboe.
Bamboe is een leuk plantje, met bijzondere geel, groene bladeren waar de vogeltjes van mijn zusje dol op zijn, tot je hele tuin ermee vol staat. Dan is het opeens een stuk minder leuk plantje. Het is best prettig om niet altijd vlak te zijn, maar ook af en toe verdrietig, af en toe boos, af en toe verliefd  en af en toe vrolijk, tot je hele leven in het teken staat van stemmingswisselingen.
Bamboe moet je met wortel en al uitroeien, en zelfs dan zal de bamboe altijd in je tuin blijven. Hoe hard je ook werkt om het weg te halen. Vandaag ben ik daarmee bezig geweest. Met een schepje je leg ik de wortels bloot en met mijn handen graaf ik ze verder uit. De wortels liggen diep en kruipen onder tegels waar ik er niet bij kan.
Op mijn blote voeten ruim ik aan het einde van de dag mijn tuin op. Ondanks grondig handen wassen hebben mijn nagels zwarte randen van de aarde, een vage herinnering aan vroeger. Vroeger is niet meer, mijn stemmingen wisselen nog meer dan tijdens mijn pubertijd.
Mijn framboos groeit goed, de pruimenbloesem is juist voorbij, de perenbloesem bloeit welig. Mijn aardbeien hebben nu al meer bloesem dan ik in het hele vorige jaar aan aardbeien heb gehad. Deze zomer zal ik toetjes eten met fruit uit eigen tuin.
Ik weet dat mijn planten om de beurt de mooiste bloemen geven, dankzij het onbegonnen werk waar ik toch telkens aan begin.
Vandaag heb ik hard gewerkt en veel resultaat geboekt. Vandaag is mijn bamboe in aanvaardbare porties. Ik weet dat hij morgen weer overal naar boven kan schieten, maar vandaag geniet ik van mijn tuin.
Tijd voor zalmpasta op mijn terras.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *