Het is zaterdagochtend. Onder mij voel ik de zachte bank, met een zachte rugleuning. Voor mij zie ik de drukte van mensen die komen en gaan. De zon schijnt, de kinderen zijn nog vrolijk. De dag is vroeg en Leiden ontwaakt.
Het is zaterdagochtend. Een zwarte theepot walmt de geuren van jasmijn. Het kleine kopje door mijn hand omarmd. Een blankhouten plateau wordt voor mij neer gezet.
Langzaam trek ik het vlees uit elkaar. De vetranden omranden de gedroogde ham. Terwijl ik mijn vingers af lik, streelt het smakenpalet mijn tong. Even sluit ik mijn ogen en proef het vette zout dat stukje bij stukje en beetje bij beetje door mijn mond wordt omsloten. De schilfers gele kaas blinken, het zout glinstert en smelt op mijn tong.
Ik snij mijn brood en stukken en beleg het met de stukjes oude kaas. Het verse brood is zacht en geurt zoals vers brood hoort te geuren. Soms een stukje van het donkere sneetje, soms een stukje van het lichte sneetje, soms een stukje van rozenenbrood, soms een stukje met korst, soms een stukje zonder korst. Verandering van smaak doet eten. Zeker als het oude kaas met zoutkristallen en vers brood betreft. Of groene advocado, mild en zoet, maar niet zo zoet als suiker. Een traktatie voor op brood, zo luxe dat je er niet aan denkt dit thuis te bereiden.
Roomboter, jam en een warme croissant. Ik eet met mijn handen, ik scheur het tragend langzaam in stukken en eet eerste de buitenkant, en dan de zijdezachte binnenkant. De kruimels verzamel ik met mijn vochtige vingertoppen.
De volle, dikke yoghurt hoeft niet zoet te zijn om zoet te smaken. De muesli hoeft niet versuikerd te zijn, het fruit hoeft niet overrijp te zijn. Terwijl buiten Leiden steeds verder ontwijkt, eet ik slechts hap voor hap voor hap en geniet ik van elke geursensatie, van elke smaaksensatie, van elke gevoel in mijn mond.
Een klein schaaltje met verse en gedroogde tomaten. Ze zijn zoet op hun eigen manier. Het waterige van de verse tomaten afgewisseld met de olie van gedroogde tomaten. En tussendoor stukjes mozzarella, zo zacht dat het haast uit elkaar valt en het smelt op mijn tong.
Tot slot is eindelijk het ei gebakken in een kommetje voldoende afgekoeld. De geuren bereikten me al vanaf het begin dat het plateau werd neer gezet. De warme zalm waar ik vandaag voor koos en de stukjes verse spinazie geven structuur, je eet geen omelet maar een oeuf. De gesmolten kaas is zilt.
Het enorme plateau aan smaken, geuren, kleuren en sensaties raakt langzaam aan steeds verder leeg.
Wat is ontbijten bij Anne en Max toch een goed begin van de zaterdagochtend. Behalve dan, dat ik meestal wat buikpijn heb van het vele eten als ik weer naar huis ga.