Ik heb heel erg veel moeite om me ertoe te zetten mezelf goed te verzorgen. En vooral bij mijn gebitsverzorging struikel ik keer op keer. Sinds een jaar kom ik bij een mondhygiëniste. Ik betaal me er blauw, maar ze is ook een soort van therapeut. Iedere keer als ik struikel is ze weer trots dat ik het weer op pak. En elke keer weer net een beetje beter dan de vorige keer. Doordat ze dat steeds blijft herhalen, durf ik haar ook onder ogen te komen als ik een paar maanden belachelijk slecht (lees: niet) heb gepoetst. Bij een ieder ander zou ik de eerstvolgende afspraak ‘vergeten’ omdat ik niet af had durven bellen. En ik zou niet volledig eerlijk durven zijn.
Daar heb ik ervaring mee.
Maar onze peperdure afspraken werpen ook vruchten af, zelfs na een periode slecht poetsen is mijn tandvlees er minder slecht aan toe dan in de jaren voordat ik naar haar toe ging. Ze is sneller klaar met het pijnlijke proces van tandsteen verwijderen. En bij mijn laatste halfjaarscontrole had ik voor het eerst sinds ik een beugel kreeg geen gaatjes. Maar ze gaat als een echte therapeut ook telkens weer een voor mij eng klein stapje verder. Zo heb ik nu ragertjes gekregen naast mijn gummiestokjes en tot mijn grote teleurstelling bloed mijn niet-meer-bloedende tandvlees nu weer wel. Ach, zegt, dan weet je in ieder geval dat je goed bezig bent.
Mijn nieuwe therapeut is een stuk minder aardig. Op mijn ‘dit wil ik bespreken’-lijstje had ik staan dat een niet-aardige therapeut misschien wel beter voor me zou zijn. Dit hoefde ik helemaal niet te bespreken, maar mocht ik direct ervaren. Hij had het blijkbaar zelf al bedacht.
‘Als je een zelfmoordpoging doet, dan schaad je mijn vertrouwen in jou.’ Na vijfentwintig keer slikken, zeventachtig keer knipperen met mijn ogen en drie nachten slapen begint het langzaam in te dalen waarom deze zin zo stevig binnen komt. Ik schaad namelijk niet alleen zijn vertrouwen dan -iemand die ervoor betaald wordt me beter te leren omgaan met emoties- maar het vertrouwen dat de mensen die onvoorwaardelijk van mij houden, me elke keer opnieuw weer willen en durven geven. Het gaat mij helemaal niet om hem, maar om hen.
En dus ben ik dit weekend voor de zoveelste keer mijn huis rond gegaan en voor de zoveelste keer alle gevaarlijke dingen weg gedaan. Ik heb mijn pillen geteld, niet om te hopen ooit er teveel te nemen, maar om het teveel terug te brengen naar de apotheek.
Ik hoop dat ze trots op mij zijn dat ik het na de zoveelste keer struikelen mijn leven weer op probeer te pakken. Dit keer weer net iets beter dan de vorige keer. Ik hoop dat ik ze altijd eerlijk mag blijven vertellen hoe het met me gaat. Maar ik hoop vooral zo lang mogelijk jullie vertrouwen niet meer te schaden.