Op 24 oktober 2007 realiseerde ik me dat onze familie -en daarmee ons kerstfeest- nooit meer hetzelfde zou zijn. Nooit meer vroeg naar de kerk, nooit meer vals meezingen op papa’s gitaar, nooit meer kerstfilms kijken tussen de vele gangen van het kerstdiner.
Op 15 augustus 2018 realiseerde ik me dat het geforceerde kerstfeest dat ervoor in de plaats was gekomen, ook nooit meer plaats zou vinden. Nooit meer oxazepam omdat mijn vader en ik elkaars verdriet versterkten. Nooit meer een noodplan maken met mijn zus. Nooit meer spelen met de kinderen omdat ik mijn verdriet niet wilde laten zien.
Maar ik heb me nooit gerealiseerd dat ik dat ontzettend zou missen.
Het is dan ook niet geheel toevallig dat mijn huidige depressie begon vlak voor kerst. En dat deze depressie in de zwaarste categorie valt, met nu al twee keer contact met de crisisdienst.
Samen met mijn casemanager heb ik een uur-tot-uur-planning gemaakt met twee contacten met mensen per dag. Voor kerstavond heb ik een vriend gedwongen om langs te komen om te eten, en op tweede kerstdag zal ik bij mijn zus aanschuiven. Ik kijk ernaar uit, als ik daar tijdens het gourmetten somber voor me uit zal staren, dan zal er een kind op schoot kruipen, me een knuffel geven en een kipfileetje afstaan. Geen biefstuk, dat vinden ze zelf te lekker. Morgen mòèt ik dan maar voor het eerst in tien jaar naar de kerk gaan en later naar het zelfregiecentrum.
Maar als mijn vriend vertrekt, rest enkel nog een lange kerstavond.
Mijn hoofd is raar. Ze weet niet meer dat ik kleurplaten kleuren rustgevend vind, en ze kan zich niet voorstellen dat iemand het leuk vind om quatre mains met mij te spelen. Oefenen is dus zinloos. Als Netflix en YouTube te ingewikkeld zijn, rest alleen nog doelloos over Facebook zwerven. De Supersloeberpagina is daar zeer geschikt voor. Ik ben niet de enige die eenzaam is.
Doelloos beland ik bij een oproep voor deelnemers aan een kerstdiner. Ik ben arm, maar ik kan wel rondkomen. Ik moet voorzichtig zijn met geld, maar ik heb geen schulden. Ik ben dus geen Supersloeber, dit kerstdiner is dus niet voor mij. Toch schrijf ik stotterend: “Dat zou ik wel heel mooi vinden eigenlijk.” “Nou, geef je op meid” is onmiddelijk een reactie.
Dus toen het ochtendlicht vanmorgen door een frustrerend niet goed gesloten kier tussen mijn gordijnen scheen, ben ik uit mijn bed gekomen. Ik heb voor het eerst in vijf dagen een schone rok uitgezocht met een schone trui. Voor het eerst in vier dagen ben ik onder de douche gaan staan, ik heb mijn haren gewassen en ik heb mijn tanden gepoetst. Ik heb bodylotion opgedaan, ik heb mijn haar geborsteld en in een vlecht gedaan. Ik heb zelfs wat parfum gebruikt.
Ik weet niet hoe de avond gaat verlopen, maar ik ben al verder op weg dan me in vijf dagen is gelukt.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *