Op blote voeten trippel ik over de drempel, het tuinpad heeft duidelijk geen vloerverwarming, om in de brievenbus te kijken. Leeg. Na het ontbijt loop ik nog een keer. Leeg. Dan eerst maar even douchen. Leeg. Mijn piano-oefeningen doen. Leeg. Lunchen. Vijf rekeningen voor papa, het dorpsblad en acht folders. Ik leg de brieven voor mijn vader in zijn postvakje en de folders op de keukentafel. Na de thee ligt er nog steeds geen ansichtkaart voor mij in de brievenbus. Ik ben diep teleurgesteld in het leven en de liefdes die mij onbereikbaar vinden.
Twee jaar later heb ik nog steeds geen rozen of kaarten gekregen en ben ik zwaar overspannen. Mijn volwassen problemen hebben mij nog volwassener gemaakt. Ik ben niet langer meer ongeliefd in de klas. Ik wordt niet langer meer gepest -dat heb ik niet meer nodig om in huilen uit te barsten- maar ik word volledig door mijn klasgenoten genegeerd. Dat ik onbeperkt mag spijbelen, zal hier zeker aan meedragen. Het maakt mijn leven wel makkelijker. Ik hoef niet meer verlangend te kijken als de leerlingen van de feestcommissie de klassen afgaan om rozen met geheimzinnige boodschappen uit te delen aan de populairdere jongens en meisjes. In een tussenuur krijg ik een roos, geknakt en met verlepte bladeren. Nog voordat ik mij blij en geliefd kan gaan voelen, haalt het gegrinnik en het niet eens besmuikte lachen van mijn klasgenoten me uit mijn droom en vertelt het hun ware bedoeling. Ik huil in stilte verder zoals ik al een paar weken in stilte aan het huilen ben.
Tijdens wiskunde is onze klas aan de beurt. En tot grote verbazing van iedereen is er ook een roos voor mij bij, en dit keer ook echt oprecht voor mij bedoeld. ‘Voor een sterke vrouw’ staat op het grote hart in een handschrift dat te zelfverzekerd is voor een scholier. Mijn klasgenoten weten even niets te zeggen. Ik schuif thuis de roos klem achter mijn grote spiegel naast mijn slaapkamerdeur en telkens als ik het even niet meer weet –en dat gebeurd veel dat jaar- kijk ik ernaar. Als iemand dat van me vind, dan zou ik zomaar sterk kunnen zijn.
Ik heb nooit meer iets gekregen voor Valentijnsdag en toch loop ik nog steeds nèt een keertje vaker naar de brievenbus dan anders. Helaas nog steeds met hetzelfde resultaat als toen ik een kind was. Misschien is het dit jaar wel anders en krijg ik een onverwachts berichtje dat ik nog net zo sterk als toen ben…
Ow, maar stuur dat bericht dan wel even naar Center Parcs De Eemhof, want daar zit ik met Valentijnsdag. In een huisje met open haard, sauna, broodjesservice, afwasmachine, Dolce Gusto…. ow, wacht, ik denk dat ik beter voor mezelf zorg dan toen en dat bericht niet nodig heb om me sterk te voelen…