Ik herken hem. Bij de bushalte is de stoep erg hoog. Met een onzekere pas is hij genaderd. Ik hoor hem pas als hij al is gestruikeld en dan herken ik hem. Een jonge vrouw, de dame die met mij in het portiek schuilde voor de wind en ik haasten zich naar hem toe. We tillen zijn rollator op de stoep, we leggen de blikjes bier in zijn mand en ondersteunen hem bij het nemen van de hogestoeprandhorde. Zijn zware tas wilt hij graag bij de hand houden, want die heeft hij straks nodig bij de bus. Zoals zoveel oudere mannen die achter een rollator lopen, gaat het lopen hem moeizaam af.
Meer dan een jaar gelden sprak ik op een grote werkconferentie. Een ervaringsdeskundige spreekt niet alleen namens zichzelf, maar neemt ook alle ervaringskennis die ze heeft met zich mee. En zo wilde ik een discussie aanzwengelen over de problemen rond stigmatisering en het wonen in de wijk van kwetsbare bewoners. Ik vertelde toen over een man die ik had ontmoet bij de bushalte, een man die ruzie aan het maken was met voor mij onzichtbare personen. Ik vertelde toen over een man die ook bij de bushalte stond en mij vertelde dat alle psychiatrische gevallen opgesloten moesten worden. Ik vertelde toen dat die uitspraak heel hard binnen kwam, omdat ik toch ook echt wel een ‘psychiatrisch geval’ ben. Ik vertelde toen dat ik hoopte dat met wat meer voor begrip mensen zoals ik en hij, wij deel uit kunnen maken van de maatschappij en gewoon bij de bushalte kunnen staan zonder rare opmerkingen.
‘Beter dat er één teveel loopt,’ mompel ik tegen de vrouw als wij terug naar het portiek lopen zodat we weer kunnen schuilen. ‘Een verslaafde kan er helaas ook niet veel aan doen,’ zegt ze. Zij heeft de blikjes bier in het mandje gelegd. ‘Ik werk voor Stichting Lumen op de Hooigracht,’ antwoord ik op een vraag die niet is gesteld. ‘Gelukkig, dan heb je geen vooroordelen,’ zegt ze opgelucht voordat ik kan uitleggen wat wij doen. Haar bus komt aanrijden, met mijn bus er vlak achterna. De man steekt een sigaar op terwijl hij zoals zoveel anderen gewoon wacht op zijn bus.
Goed dat je die man aansprak op zijn kwetsende opmerking. Ik vraag me af of hij zich niet beseft dat hij waarschijnlijk ook familieleden en vrienden heeft die stilzwijgend of wat luider klinkend als ‘psychiatrische gevallen’ door het leven gaan.