Dans maar, dans. Ze steekt haar hand naar me uit.
Dans maar zoals je vingers dansen over de toetsen van de piano als je muziek maakt, de toetsen van je laptop als je verhalen schrijft, je vulpen als je een spinnenweb maakt, je potlood als je tekent en zoals je juicht als de naaimachine hetzelfde doet als jij wilt.
Dans zoals het licht in je ogen doet als je gelukkig bent, of zoals de tranen glinsteren bij verdriet. Dans zoals je doet als je kinderen kietelt, of ze troost bij een geschaafde knie. Dans als je vertelt op congressen, dans zoals je bij de pyrana deed.
Dans als je doet waar je goed in bent, dans als je iets nieuws probeert, dans als je er slecht in bent. Dans volgens de regels, dans zonder regels, dans tegen de regels, dans zoals je bent.
Dans maar, Lonneke, dans.
Dans voor honderd man, dans voor duizend, dans voor twee mensen, dans als niemand het ziet, dans voor jezelf.
Het gaat er niet om of de passen juist zijn, de tonen goed zijn en de stem zuiver. Het gaat er niet om of je alles verteld, of je spelfouten maakt of een verkeerde zinsopbouw hebt. Het gaat er niet om dat je altijd het wijste bent, altijd verstandig altijd bedeesd. Het gaat er niet om of je perfect bent, of je faalt of juist succes hebt.
Het gaat erom dat je danst. Dus dans maar de salsa, de samba, de chachacha of een wals. Dans met passie of met stil verdriet. Dans met je lichaam, je vingers of slechts met je hoofd. Dans zoals jij bent op dat moment.
Dans maar, dans.
Ik pak mijn uitgestoken hand en dans op mijn manier.
Heel mooi geschreven, Lonneke