Drie fictieve anekdotes bij de koffie-automaat rondom stigma
Eerst een kop koffie.
Ik gooi mijn rugzak en jas op mijn bureau en loop naar de koffie-automaat. Het is vroeg, maar mijn teammanager is ook net bezig een kop koffie te pakken. ‘Hoe gaat het?’ vraagt ze. ‘Niet zo goed,’ zeg ik terwijl ik mijn beker onder de automaat zet. ‘Ik heb gisteren te horen gekregen dat ik kanker heb.’ ‘Och jeetje, meisje toch. En nu?’ ‘Nu valt het allemaal wel mee, maar ik moet vanmiddag vrij nemen, want dan wordt het laatste stukje weg gehaald.’ ‘Het valt helemaal niet mee,’ zegt ze, ‘Wat vreselijk voor je.’ Ik leg haar uit wat de chirurg mij een dag eerder heeft uitgelegd. Als dit laatste wordt weg gehaald dan gaan ze niet eens op zoek naar uitzaaiingen. Zo klein is de kans daarop. ‘Maar toch,’ zegt ze, ‘het is kanker. Dat moet verschrikkelijk voor je zijn. Gaat er iemand met je mee? Anders kan één van ons wel meerijden.’ Ik wou dat toen ik een maand geleden zo’n last had van depressie iemand met me mee was gegaan om ergens koffie te drinken ofzo. ‘Het valt echt mee, ik kan alleen komende dagen wat minder goed functioneren.’ ‘Natuurlijk begrijpen we dat, als je liever thuis wilt blijven is het ook oké hoor. Zeg maar wat wij kunnen doen om het wat makkelijker te maken.’
Als ik de volgende dag op kantoor kom staat er een grote doos chocolade op mijn bureau
Eerst een kop koffie.
Ik gooi mijn rugzak en jas op mijn bureau en loop naar de koffie-automaat. Het is vroeg, maar mijn teammanager is ook net bezig een kop koffie te pakken. ‘Hoe gaat het?’ vraagt ze. ‘Niet zo goed,’ zeg ik terwijl ik mijn beker onder de automaat zet. ‘Ik heb gisteren een zelfmoordpoging gedaan.’ Ze staart me aan. ‘Je, wat?’ ‘Nou ja, ik ben er nog, maar nu vind mijn casemanager dat ik opgenomen hebben en moet ik vanmiddag dus vrij hebben voor de intake.’ ‘Je, wat?’ herhaalt ze sprakenloos. ‘Uhm, wat?’ nogmaals. ‘Het is erg heftig, dat weet ik, maar het is nu eenmaal gebeurd. En als ik straks opgenomen ben, mag ik gewoon elke dag een paar uur komen werken, alleen dan even op een lager pitje.’ ‘Ja maar, als je zelfmoord pleegt kun je toch niet werken.’ Ze krijgt het zowaar voor elkaar een complete zin zonder stotteren uit te spreken. En ik denk alleen, tja als je zelfmoord hebt gepleegd lukt dat niet zo goed meer, nee. Maar als je alleen een poging hebt gedaan, dan zou het zomaar toch nog kunnen. ‘Het ritme is belangrijk voor me,’ zeg ik. ‘Maar wij zijn hier toch geen psychiatrisch ziekenhuis.’ Ze kijkt me glazig aan. ‘Sorry, ik moet even naar de wc,’ en ze loopt weg.
Als ik de volgende dag op kantoor kom, kijkt iedereen een beetje weg.
Eerst een kop koffie.
Ik gooi mijn rugzak en jas op de tafel waaraan ik meestal zit werken en loop naar de bar. Het is vroeg, maar mijn leiddinggevende staat al koffie te drinken. ‘Gaat het een beetje?’ vraagt ze als ze mijn gezicht ziet. Ze pakt de thermosfles koffie en schenkt een beker voor me in. ‘Nee,’ zeg ik. ‘Ik heb vannacht mijn BOR gebruikt.’ ‘Heb je iets gehad aan dat nachtje slapen op de kliniek?’ vraagt ze terwijl ik teveel suiker en melk in de mok gooi. ‘Nou ja, ik ben er nog.’ Ik ga op een barkruk zitten en ik ga verder met het verdringen van mijn tranen. ‘Wil je er iets over kwijt dat je nu zo van slag bent?’ Ik vertel haar het verhaal van de dermatoloog, van het melanoom en van de chirurg van vanmiddag. ‘Natuurlijk ben je daardoor van slag.’ Is er een manier waarop wij je hier doorheen kunnen slepen?’ Ze vraagt me hoe ik me er vanmiddag doorheen ga slaan, of er iemand met me mee gaat en of ik dat eigenlijk wel wil. Daarna sparren we samen of een time-out opname misschien wel zinvol is, of misschien juist niet. Gewoon alles inzetten om te voorkomen dat ik wèèr een poging ga doen. Daarna kruip ik met hernieuwde moed achter mijn computer om nog snel even een blog te tikken voordat ik weer weg moet..
Als ik de volgende dag op kantoor kom, is het zoals iedere dag een dag waarop ik word gezien door mijn collega’s.
Hoi,
Wat een mooie vergelijkingen.
Ik heb het ooit gezegd in een teamvergadering: “sorry, ik ben wat afwezig vandaag. Wilde gisteravond zelfmoord plegen en dat heb ik tegen kunnen houden, maar ik ben nu heel moe”. Achteraf gezien begrijp ik wel dat ze moeite hadden om dat een plek te geven.
We moeten iedereen leren praten zoals in jouw laatste voorbeeld!
Ha Lonneke, Ik heb longkanker. Ruim 4 jaar geleden zeiden (4) artsen tegen me dat ik hooguit nog enkele maanden te leven had., maar ik ben er dus nog steeds en blijf ook nog. tamelijk vrolijk en optimistisch van aard. Ik ben al vele jaren vrijwilliger bij wat eerst de RIBW heette (regionaal instituut voor begeleid wonen) en nu Levanto (leven van top tot teen), sorry ik heb die namen niet bedacht) in mijn woonplaats Maastricht. Ik ben 77 jaar gehuwd met Carry die mij ook verzorgd. Ik heb 2 kinderen en 5 kleinkinderen. Carry heeft een zoon. Ik ga dus veel om met mensen met een psychiatrische achtergrond. Ik leer daar veel van maar ik twijfel of ze veel van mij leren. Soms is er iemand die zegt als ik 77 ben wil ik net zo zijn als jij. Dan voel ik me wel gevleid. Ik ben deze week 5 keer bestraald aan lymfeklieren en daar wordt ik heel moe van en dan ben ik minder vrolijk en opgewekt. Vanavond toch gezongen in het Levanto-koor ik geniet daarvan. Ik probeer lief en aardig te zijn naar mijn mede koorleden en ze doen ook lief en aardig tegen mij. Daar wordt ik gelukkig van. Ik heb ook eren paar jaar toneel gespeeld bij Levanto. Levantoneel noemden we dat. Ook iets waar ik gelukkig van werd. Dat vind ik altijd een goede vraag waar wordt je gelukkig van. Ik denk dat ik als kind weinig liefde gekend heb. Niks bijzonders niemand kreeg 70 jaar geleden veel liefde, maar ik had het kennelijk wel nodig. Bevestiging, waardering, liefde. Toen ik dat ontdekte dacht ik dan moet ik zorgen dat ik dat krijg en dus probeerde ik een lieve, aardige, vrolijke gezellige man te worden. Ik ben dat niet echt van mezelf en dat is natuurlijk lastig want ik wil niet onecht zijn. Het is me toch redelijk gelukt. Eigenlijk lijk jij me iemand die mij nog wel een beetje kan helpen. Als je wilt zal ik ook proberen jou te helpen. OK