Mijn mensen
In mijn blogs kom ik op voor mijn mensen. Het zijn mensen die op mij lijken of die zich in mij herkennen. Wat er precies onder ‘mijn’ valt is een relatief rekbaar begrip. Meestal schrijf ik over mezelf met een psychische stoornis, om zo op te komen voor deze groep mensen. Om hen zichtbaar te maken, en hun problemen begrijpbaar en invoelbaar. Maar ik ben ook hooikoortspatiënt, wees, lange afstand fietser, amateur pianist/tuinierder/schrijver/naaister, wajonger, oud-geneeskundestudent/vakkenvuller/helpende/ studentassistent klinische epidemiologie, zus van een gehandicapte dame, vriendin, collega, dochter, vrouw, aardebewoner…
Kortom: afhankelijk van de bril die ik opzet tijdens het schrijven, kan de complete wereldbevolking zich wel herkennen in een of meer aspecten van één of meer verhalen. Dat ik daar zo flexibel in ben, is denk ik ook de kracht van mijn schrijfsels of het sterke punt bij het geven van lezingen.
De groep waar ik me wat minder in herken is de groep eenzame ouderen. Ik ben niet oud (nou ja, niet oud genoeg om als oud benoemd te worden in kranten) ik ken weinig ouderen, en het woordje ‘eenzaam’ impliceert dat ze mij ook niet kennen. Anders zouden ze niet eenzaam zijn, maar overspoeld worden door kaartjes en brieven. En toch zijn zij de kwetsbare groep die het meeste in het nieuws zijn.
Onder iedere tekeningenactie, hoogwerkeractie, bloemenactie die op social media voorbij komen zou ik het liefst willen schrijven dat al die aandacht leuk is, maar dat er meer groepen zijn die aandacht verdienen. Ik laat het meestal bij die wens. Want hoewel ik de afgelopen weken om aandacht schreeuwde voor mijn psychiatrische achterban, besef ik dat wij niet de enige vergeten groep zijn.
Alleenstaande moeders die hun ‘gezin’ niet meer mee de supermarkt in mogen nemen. ZZP’ers die niet onder regelingen vallen of met bijstand geen hypotheek kunnen betalen. Gescheiden vaders die nu hun kinderen niet meer kunnen zien. Kinderen, want deze groep blijft immers altijd kind, met een verstandelijke of meervoudige beperking die nu geen bezoek meer komen. Over die enkelvoudige beperking kan ik geen voorbeeld bedenken, want van die heb ik überhaupt nog geen voorbeeld in de media voorbij zien komen. Mensen die opgenomen zijn en ook geen bezoek mogen ontvangen of vrijheden kunnen krijgen. Aandeelhouders van KLM die anders hun geld zien verdampen. Vakkenvullers tegen wie mensen telkens opbotsen. Mensen die afhankelijk zijn van het OV maar geen mondkapje kunnen betalen. Degenen voor wie de huidhonger meer dan rampzalig uitpakt. Dak- en thuislozen. En natuurlijk ‘mijn’ groep: ambulant wonende psychiatrische patiënten waar de behandeling opeens volledig via (beeld)bellen moet.
En nu ben ik vast en zeker nog heel veel groepen vergeten. Het de laatste is inmiddels trouwens opgelost. Vanaf nu krijg ik gewoon weer huisbezoek van de GGZ. Die zijn mij niet vergeten. En hoewel ik je misschien niet genoemd heb: ik ben jou niet vergeten. Jullie zijn allemaal “mijn” mensen.
wat een mooie blog !!!