Zaterdag, dag 1 Buitenkunst
In het donker loop ik langzaam terug naar mijn tent. Voorzichtig, want mijn zaklamp doet het niet. Om mij heen zie ik de lichtpuntjes van andermans zaklampen en de kerstverlichting die tenten versieren. Ik verwonder me door zo veel lichtpuntjes.
De kilometers glijden angstvallig langzaam voorbij terwijl ik door de Hollandse langzaam fiets. Drenthe geeft meer bomen en dus meer schaduw dan dat ik de rest van de tocht heb gekregen. Volgens mijn kilometerteller harder fiets in de koelte, voelt elke honderd meter traag.
Terwijl ik me installeer glijden de minuten angstaanjagend langzaam voorbij. Ik ben op zoek naar lichtpuntjes. De opening voor volwassenen is pas om 22.00 uur en tot die tijd worstel ik met de seconden die tergend langzaam verstrijken.
Ik vul mijn tijd met koffie leuten, spelende kinderen bewonderen, mandala’s kleuren, kletsen en mijn eeuwige glimlach op mijn gezicht toveren.
Weer tien minuten verder. Weer een kwartier. Weer vijf minuten. Weer twintig seconden. Weer even verder.
Ik ruim mijn tent in. Per ongeluk heb ik de driepersoons meegenomen in plaats van de tweepersoons. Zo blijkt er plots plaats voor de kledingkast, voorraadkast, koelkast, apotheek. Ik ruim rustig mijn tent verder in en ontdek dat er nog steeds ruimte over is. Een luxe die trekkers nooit kennen De tijd gaat net iets sneller.
Ik ga niet genieten. Rust in mijn hoofd en het nu in mijn lijf zijn het hoogste streven. En iedere dag wat lichtpuntjes benoemen. Een heerlijk grote tent of Leidse buren.
Bij het installeren van de verlichting stuit ik op een probleem. Mijn spiksplinternieuwe zaklamp is kapot. Stom natuurlijk dat ik dat ding thuis niet heb getest, dombo dat ik ben. Bij nader onderzoek ontbreken de batterijen. Hoe stom heb ik kunnen zijn.
Langzaam begint het te schemeren. Ik loop een rondje en verken het terrein met de plattegrond in mijn handen. Ik verwonder me over de mensen en de koelte bries over mijn huid.
En dan is het opeens sneller dan verwacht tien uur. Weekopening en moe naar huis. Pardon, tent. Het is inmiddels helemaal donker. Voorzichtig loop ik over het zandpad. Om mij heen allemaal lichtjes.
Morgen batterijen kopen.