Jeetje wat ben ik moe. Schouders eronder. Doorzetten. Nog eventjes. Kom op dame, je kunt het. Niet voor half tien naar bed, want anders verknal je je ritme. Nog een uur te gaan. Maar wat ben ik allesjezus moe zeg. Uit die stoel dus komen, daar word je alleen maar suffer van, en afleiding zoeken.
Ik strijd inmiddels niet meer dagelijks tegen de depressie -niet eens wekelijks- die tijd is voorbij, maar ik weet wel exact wat ik moet doen als het zover is. Schouders eronder, ritme houden, bewegen en naar buiten blijven gaan. Dus toen ik laatst weer zo ongelofelijk moet was, haalde ik mijn plan uit de kast. Een paar willekeurige anekdotes hoe ik dat de afgelopen tijd aanpakte.
Bij het opstaan ben ik stijf en mijn rug doet pijn. Dat is een teken dat ik erg gespannen ben. Een warme douche, ontspanningsoefeningen en wat rekken en strekken zijn meestal een prima medicijn. Ik doe mijn oefeningen. Het helpt niet echt. Ik blijf stijf. Dan maar wat afleiding zoeken.
Ik ben altijd een slechte ontbijter, maar nu helemaal. Uiteindelijk lukt het me om mezelf uit het bed te sleuren. Ik voel me verkleumd. Om deze reden heb ik altijd wat houdbare melk in mijn voorraadkast liggen. Samen met brinta en suiker heb ik zo een prima ‘Ik ben lui en heb een slechte, koude start vandaag’ ontbijt.
Met een plaid over mijn schoot en in een warme Blauwe Schuit trui op één van de warmste septemberdagen ooit, kruip ik zoals wel vaker als ik zo’n bui heb in één van mijn oma’s luxe stoelen. Wat ik op televisie zie krijg ik niet echt mee. Mijn concentratievermogen is echt zero. Langzaam wordt mijn hoofdpijn erger. Dat kan vele slechte zelfzorg oorzaken hebben. Genoeg gedronken? Afkickverschijnsel cafeïne? Teveel geslapen? De eerste twee niet, de laatste wel. Geen middagdutje dus vandaag, en een extra wandeling.
Ik zie er echt als een berg tegenop om een stukje te gaan fietsen. ‘Dat betekent dat je het juist moet gaan doen, Lonneke,’ spreek ik mezelf streng toe. ‘Als je eenmaal in beweging bent, ga je je zeker beter gaan voelen. Dat gaat altijd zo. Hoe vaak ben je wel niet gaan wandelen terwijl je er zo tegenop zag en heeft dat goed uitgepakt? Altijd toch?’ Mopperend geef ik mijn betere ik gelijk, pak mijn sleutels en ga naar Nootdorp.
Het is natuurlijk een open deur: je moet een griep anders benaderen dan een depressie. Als je het koud hebt kun je beter open deuren dicht doen, zeker als je ziek bent. Zoals het voor mij moeilijk is om een griep niet als een depressie te behandelen, zo zal het voor anderen voelen als ze hun eerste (tweede of derde) depressie niet als een griep moeten benaderen.