Ik ben een verhalenverteller. Er is niets wat ik liever doe dan voor een groep mensen staan en mijn verhalen te vertellen. Als ik ervan zou kunnen leven, dan zou ik stoppen met mijn studie. Nou, oké, dat niet, want nieuwe dingen leren vormt een goede tweede, maar ik zou zeker stoppen als secretaresse.
Geef mij een publiek en ik bespeel ze. Het maakt me ook niet zoveel uit wie mijn publiek is. Elk publiek heeft zijn eigen charmes.
De burgermeester die met schoteltjes in zijn ogen kijkt, omdat ervaringsdeskundig sprekers in de GGZ merkbaar een opleiding genieten. De ambtenaren voor wie jij een fijne afwisseling bent van saaie zaken op een conferentie. De diagnosegerichte voorlichtingen waar mensen eindelijk aan een patiënt alles mogen vragen. Familie dat inzicht krijgt in hoe een raar hoofd werkt. Buurtbewoners die psychiatrische patiënten -tot jouw praatje- als een groot probleem beschouwden. Ik vertel mijn verhaal en pas het aan naar gelang de gewenste toon en boodschap aan op mijn publiek.
Maar, by far, het allerleukste zijn studenten. Een publiek dat onbekommerd, onbevreesd, door niets zich laten weerhouden, respectvol een ongelofelijke, oprechte nieuwsgierigheid bevredigd willen krijgen. Er is geen dankbaarder en fijner publiek dan zij.
Op 18 mei mocht ik weer. Ik mocht weer gaan zitten tussen een paar studenten en mijn verhalen aan hun te vertellen. Ik mocht weer hun vragen op mij af laten vuren en met mijn antwoorden hen betrekken bij het bipolaire deel van mijn leven. Dit keer voor het eerst voor de Mensenbieb als levend boek.
In de trein controleerde ik voor de zoveelste keer mijn tas. Ja, het boek bipolaire stoornis zat er gelukkig in. Ik had hem meegenomen. Voor de zekerheid had ik mijn hele boekenkast ingepakt. Er zat dus ook een boek in met de titel suïcidaliteit en ook kamperen, depressie, persoonlijkheidsstoornis, schrijver, secretaresse, overprikkeling, vlogger, ‘studeren als volwassene’, tante, lange afstandfietser, spreker en nog veel meer andere boeken ontbraken niet. Gelukkig bestaan er tegenwoord e-readers, zullen we maar zeggen, anders was mijn tas niet te tillen geweest.
Ik bleek trouwens niet te hebben overdreven met al die boeken meenemen, ook alle andere boeken hadden een tas vol om met zich mee te dragen en kozen het boek uit dat hun studenten hadden gekozen om te lenen. Zij kozen de hoofdstukken, de bladzijden als het even stil viel bladerde ik zelf even en vertelde over bijzondere pagina’s. Het was geweldig en mijn hooggespannen verwachtingen kwamen allemaal uit.
Ik ben een verhalenverteller. Ik ben het afgelopen jaar niet gestopt met vertellen, maar die 18e mei in Tilburg werd ik wel wakker uit mijn winterslaap. Ik hoop de komende tijd nog heel veel te vertellen.