Ik kan me herinneren dat het warm was die dag. Niet zo heet dat je niet je huis uit wilde. Maar wel warm. Hoogzomer. Zonnig. Aangenaam warm. En de kerk was aangenaam koel.
Ik heb die dag, daar in die Coeliekerk, voor het leven gekozen. Wat er ook op mijn pad komt ik kies vanaf nu vol overtuiging voor het leven.
Oké, wat ga ik maken? Wat hartigs, wat zoets, wat gezonds en wat ongezonds. Maar vooral lekkere dingen. Buiten regent het, of het dreigt te gaan regenen. Ik maak een lijstje, bedenk hoeveel personen er komen, wie er vegetarisch is, wie welke allergieën heeft en begin te strepen op mijn lijstje. Misschien moet ik niet alles maken wat erop staat, kunnen de salades wellicht wat kleiner en hebben we aan 1 stokbrood genoeg.
Het is een covid-proof feestje. Weinig mensen. Veel afstand. Alleen een paar genodigden. Geen lonneke-grote-kring-verjaardag met een kom-maar-aanwaaien-de-keukendeur-staat-open-mentaliteit, maar een tuinfeest met uitnodigingen. Gelukkig valt “Start Project Leven” in de zomer.
Zenuwachtig kijk ik naar de grijze wolken. De druppels regen dansen in het water dat al op mijn tuintafeltje ligt. Wie had zo’n natte zomer verwacht na de vele hete, droge zomers die we de afgelopen jaren hadden. Wie had op 18 juli 2019 een covid-jaar, of twee, zoals deze verwacht?
“Gefeliciteerd,” zegt ze als ik het haar vertel. “Hoe lang heb je nog je suïcidaliteit nodig?” Ik kijk haar vreemd aan. Als ik 1 ding niet nodig heb in mijn leven, is het mijn suïcidaliteit.
Komende dinsdag spreek ik haar weer. Ik kan haar vertellen dat het goed gaat met me. Ik ben zo vaak zo gelukkig. Ondanks dat ik me tijdens de lockdowns vooral ongelukkig voelde en mezelf nu vooral zie balanceren tussen prikkelrijke, geweldige sociale dingen, veel te veel overwerken en op tijd mijn rust pakken zodat ik ook nog kan schrijven, ben ik het grootste deel van de tijd gelukkig. En denk ik niet aan suïcidaliteit.
Ja, ik heb mijn suïcidaliteit nog vaak nodig. Om me rot te mogen voelen. Om te kunnen janken over alle ellende in mijn leven. Om even een dag alleen maar goed voor mezelf te zijn en de rest van de wereld te laten stikken. Omdat het soms nog steeds een troostende oplossing is. Maar steeds minder vaak. Veel, veel minder vaak.
Want dat is er ook nog steeds regelmatig: de gedachte en soms de wens om er iets mee te doen. Soms ben ik echt doodsbang voor mezelf omdat ik er zo graag iets mee wil doen. Maar ik heb geleerd meer op mezelf te vertrouwen tijdens deze jaren. Terwijl het leven vaker dan ooit heftige triggers, aanleidingen, bood. Project Leven is vaak een reddingsboei gebleken waaraan ik me vast heb geklampt. Steeds vaker kan ik ook zwemmen zonder die reddingsboei vast te houden, of zelfs maar aan denken om te kunnen leven.
Buiten stortregent het inmiddels. Ik schrijf mijn lijstje op mijn whiteboard. Courgettekoekjes, pigeons in een blanket, zalmquiche en open de app van mijn supermarkt zodat de juiste ingrediënten zaterdag geleverd worden.
Ik ben blij dat ik bij alle toelichtingen op het boek schreef dat het ‘over leven met’ ging, en niet ‘over overleven met’. Want dat kan ik niet meer waarmaken. Ik overleef niet meer. Ik leef. En dat blijf ik voorlopig doen.