Ooit besloot ik dat ik geen hulpverlener wilde zijn. Spreken, schrijven. Daar ligt mijn passie. Mijn afhankelijke persoonlijkheidsstoornis vindt niets heerlijker dan voor iedereen klaar te staan. Ten koste van mijzelf. Geef mij een plek ergens in het middelpunt van de belangstelling en ik straal. Of dat nou is door te spreken, of door te schrijven. Ik voel me senang. Dit is wie ik ben en wil zijn.
In mijn arena ben ik het die bepaalt welke informatie ik verspreid. Altijd met een doel. Mijn diepste wezen is daarbij het middel. En ik hou ervan. Zoals ik op kantoor degene bent naar wie je zwaait als je binnenkomt en weer weggaat -overigens ook met het doel om laagdrempelig te zijn om hulp aan te vragen- zo maak ik met mijn schrijven en spreken een wereld zichtbaar die voor veel mensen onzichtbaar blijft.
Ik schrijf en spreek volgens de wetten van de herstelbeweging. De vele cursussen en workshops die ik volgde, alle vakliteratuur die ik lees, vertellen me over de vele functies die een ervaringsdeskundige heeft. In ervaringsdeskundigheidsland heerst een sterke mores en moraal. Je moet hoop uitstralen, destigmatiserend werken, luis in de pels zijn. De lat ligt hoog.
Bij de dingen waaraan ik mij niet wil committeren (de strijd om ‘ervaringsdeskundige’ een beschermde titel te laten zijn) noem ik me ervaringsprofessional. Professioneel in wat ik doe en wie ik ben. Door training, eigen ervaringen, andermans ervaringen, vakliteratuur en de keuzes die ik maak.
Toen ik afscheid nam van mijn hulpverlenerscomplex, wilde ik voortaan op de inhoud gaan. Complimenten voor wat ik presteer zijn heerlijk. Tenminste voor de kwaliteit van mijn lezing, voor het taboedoorbrekende interview of een blog wat bij mensen dingen losmaakt. Zo fijn, maar steeds vaker krijg ik andere complimenten. Complimenten waar ik veel minder goed mee om kan gaan.
‘Je hebt mijn leven veranderd.’
‘Dankzij jou ben ik nu open over mijn suïcidaliteit.’
‘Jij bent mijn held.’
Opeens ben ik naast afhankelijk ook weer ontzettend ontwijkend. Ik kan deze complimenten met geen mogelijkheid binnen laten komen. Ik was van plan om alleen nog schrijver en spreker te zijn. Ik was nooit van plan een held te worden. Dat ik ooit hulpverlener wilde zijn, heb ik ver achter me gelaten. Vol trots en blijdschap dat het me was gelukt. Mijn teksten zijn niet hulpverlenend van aard. Ik heb geen voorbeeldfunctie. Ik ben ook maar gewoon een rapidcycler met persoonlijkheidsstoornisissues.
Dan besef ik dat ‘empoweren’ ook een rol van een ervaringsdeskundige is.