Tijdens mijn studententijd was het misschien wel het leukste van alles. Als de afwas was gedaan, en de mensen terug waren van het avondzeilen, gingen we spelletjes spelen. Tussen mijn moeders overlijden en haar uitvaart zocht ik beschutting bij mijn vrienden en het kamp en speelde ik Weerwolven.
Na mijn studententijd is het me nooit gelukt mijn sociaal leven vol te houden
Er zijn, om in therapietaal te spreken, teveel vroege verlieservaringen geweest. Teveel kinderen die dood gingen. Teveel mensen die dood gingen. Teveel kinderen van wie ik moest houden die weer weg gingen. Te vaak in de steek gelaten om nog gezond te durven hechten. Zelfs zonder ooit pleegkind te zijn, krijg ik door mijn pleegzusschap wel wat van hun littekens.
Ik vind het heerlijk om onder de mensen te zijn, vergis je niet. Ik voer graag het hoogste woord. Mijn verhalen zijn zo lang en kleurrijk als mijn rokken. Het middelpunt van de belangstelling eis ik met plezier voor mezelf op. Het doet me goed, zeker in mijn mindere perioden.
Niet alleen zijn
Terwijl ik niets liever wil dan alleen zijn. Alleen zijn betekent met niemand rekening te hoeven houden (mijn afhankelijke persoonlijkheidsstoornis) en het betekent nooit in de steek gelaten te worden (mijn ontwijkende persoonlijkheidsstoornis). Als je alleen bent kun je niemand kwetsen en gaat er niemand dood.
De coronaperiode was voor mij ontzettend dubbel
Ik had gezelschap keihard nodig om niet bipolair te ontregelen, maar ondertussen vond ik het heerlijk. Geen smoezen meer verzinnen om mensen te ontwijken. Geen GGZ-medewerkers die aan mijn kop zeurden. Niemand die dreigde me in de steek te laten en geen sociale contacten waar ik keihard bij moet werken om me niet teveel aan te passen.
En terwijl het opbouwschema al klaar lag, kreeg ik een nog veel betere smoes om alleen te zijn. Ik kreeg longcovid. Met een vakkundig om zeep geholpen sociaal netwerk, was het nu al helemaal een eitje om me niet te committeren aan het onderhouden van mijn vriendschappen en hoefde ik niet eens meer smoezen te bedenken.
Tot vorige week
Want vorige week kwam alles samen. Het universum leek wel tegen mij samen te spannen en me te dwingen om hierover na te denken en actie te ondernemen.
Allereerst, nu mijn longcovid leefbaar is, zeurden mijn ggz-medewerkers weer ouderwets over het aangaan van sociale contacten in de weekenden van mijn (matige) depressie. Mijn psycholoog besloot vervolgens dat ondanks dat we aan het afbouwen zijn met therapie, we het prima diepgaand konden hebben over hoe het is om mijn niveau van sociale contacten te beleven. Door de indicatie individuele taxivergoeding van de WMO is binnen Holland Rijnland vervoer voorlopig ook geen excuus meer.
En er was zaterdag een spelletjesavond bij mijn oude vrienden van de studentenverening. Er was geen Weerwolven en na de chinees ging de vuile vaat in de afwasmachine, maar we hebben wel heerlijk spelletjes gespeeld. Het was zo fijn. En niemand ging dood. Misschien moet ik zoiets vaker doen.