Ik ben gelukkig.
Er liggen er altijd wel een paar klaar: onderwerpen voor blogs. Ze zingen weken rond in mijn hoofd, en als er een keertje geen actueel thema voorbij komt, dan kan ik die gebruiken. Ze verdwijnen ook regelmatig spontaan uit mijn hoofd. Jammer van dat volmaakt briljante idee. Maar dan denk ik altijd maar, dan was het dus blijkbaar geen subliem idee.
Het thema van vandaag speelt al een paar maanden.
Juist deze week is het actueel. Of juist niet actueel, afhankelijk van hoe je naar het onderwerp kijkt. Ik ben namelijk al een hele tijd gelukkig.
Het is niet hoe normaal voor mij de groene fase van mijn signaleringsplan eruit ziet. ‘Alles loopt lekker,’ staat daar. Het is al helemaal niet hoe de prettigste momenten van mijn lever eruit zien. Draaglijk en niet de hele dag geplaagd door zelfmoordgedachten, maar slechts enkele momenten. Dat ik trots op mezelf kan zijn als iets me lukt, en ik niet ernstig van slag raak als mijn persoonlijkheidsstoornis getriggerd wordt.
Ik ben tevreden met groen
Een groene fase is voor mij de moeite waard om te leven, om door te gaan tijdens gele en oranje fases en keihard te gaan vechten als ik in rood zit.
Gelukkig zijn is iets anders, en de afgelopen periode was voor mij daarin uniek
Ik ken de laatste paar jaar wel vaker korte momenten van gelukkig zijn. Als een spreekbeurt bijzonder goed verloopt, als ik mijn vlinderstruik zit bloeien nadat ik hem grondig heb gesnoeid of als ik in de zon een fietstocht maak. Knuffelen met mijn liefsten. Een onverwachte glimlach van een totaal vreemde. Een opgelost moeilijk vraagstuk op mijn werk. Een fijn en open gesprek. Soms eens per week, maar de laatste tijd bijna iedere dag wel een kort moment. Even die milde depressie van begin dit jaar buiten beschouwing latend, hoewel ik ook toen niet in oranje kwam.
Dit soort momenten zijn voor mij de bonusmomenten
Ik wist niet dat ze nog bestonden, maar ze zijn inmiddels haast normaal gevonden. Niet dat ik ze als vanzelfsprekend ervaar: daarvoor heb ik te gitzwarte periodes in mijn leven gekend. En ook niet dat ik het normaal vind: ik koester eerder geluksmoment in zijn grootse of kleine schoonheid.
Maar de afgelopen twee maanden waar totaal anders. Ik zweefde bijna continue iets boven de grond zonder hypomaan te zijn. Alles wat ik deed leek voelde wel als succesvol, hoewel ik ook dondersgoed wist dat dat niet zo was. De focus van mijn hoofd was domweg haast alleen op het positieve gericht.
Eigenlijk wilde ik vorige week een blog schrijven hoe geweldig het was om het grootste deel van de tijd me gelukkig te voelen, maar ook hoe bang ik was voor het moment dat dat over zou gaan. Hoe bang ik was voor Rad van Fortuin die met mijn rapid cycling altijd een weg naar beneden weet te vinden. Bang voor dat moment dat mijn signaleringsplan oranje of rood kleurt en ik weer afhankelijk zou worden van de Luisterlijn en 113 om de avond door te komen. Opnames zou willen en bang voor mezelf zou zijn. Ondanks mijn gelukkige gevoel, had ik iedere dag wel een momentje van bezorgdheid over wanneer dit weer over zou zijn.
Inmiddels hoef ik niet meer bang te zijn voor dat moment. Dat moment was paasmaandag
Maar ik heb me even gelukkig gevoeld. Hoewel ik dat gevoel me absoluut niet meer kan herinneren, herinner ik me dat ik me even zo heb gevoeld.