Het was de allereerste keer dat ik zelf mijn theaterkaartjes kocht. Balkon L op de eerste rij in de grote zaal van Carré was niet aan mijn moeder besteed. Ze had hoogtevrees en dan zit je op die plek niet op de juiste plek in dat theater.
Wat bedoeld was als quality time met mijn ouders
werd zo een uitje met mijn vader en mijn grote zus. En een geweldige avond. Paul van Vliet kende ik tot dan toe alleen van de lp’s van mijn vader. Maar die avond zong hij al zijn liedjes en speelde hij al zijn sketches speciaal voor mij.
Mijn ouders dachten dat ik hen had uitgenodigd voor het afsluiten van het vak ckv, culturele en kunstzinnige vorming, maar dat had ik al gedaan door in de iets kleinere zaal van dit theater naar een opera te gaan.
Dit was echt alleen omdat ik samen met mijn ouders op stap wilde
Ja, ik was een vreemd kind besef ik me nu. Om het weekend ging ik met mijn beste vriendin naar de bioscoop. Soms dronken we een (1!) breezer op een terrasje naderhand of van tevoren. Meer om ons volwassen te voelen, dan omdat we stevige stappers waren. Verder spaarde ik mijn zelf verdiende centen om op talenreizen te kunnen gaan. En met mijn ouders naar het theater.
Ik was pas zestien. Ik kende het leven nog niet
Zeker niet het leven waarover hij sprak, ondanks dat ik al heel veel had meegemaakt. Eigenlijk was ik allang volwassen. Zoveel herkende ik. Zoveel raakte het mij.
Ik hield en houd van Boudewijn de Groot en Herman van Veen. Ik keek liever naar Paul van Vliet, dan naar de schreeuwende Freek de Jonge. Ik ging naar een opera in plaats van naar een popconcert om mijn ckv-punten te behalen. Liever zat ik in de bioscoop dan in de discotheek. Met mijn ene vriendin, en misschien één of twee andere kinderen met wie ik omging. Ik snap nu goed waarom ik zo gepest of genegeerd werd.
Wat ik toen niet wist was dat nog geen jaar later mijn laatste restje jeugd zou verliezen. De ziekte van mijn moeder, gecombineerd met mijn karakter, zou zorgen voor met allereerste bipolaire episode en daarmee voor de bipolaire stoornis die ik nog steeds heb en waar ik dagelijks mee moet dealen.
Dat meisje van zestien…
Met schematherapie leerde ik haar waarderen. Haar verdriet en haar gemis te verzachten. Haar veilig achterop de fiets te nemen. Haar te leren dat ze haar huilen niet in bedwang hoeft te houden en geloof en hoop en liefde niet hoeft te verstoppen achter het behang. En dat die dromerige koppies en het steile haar er mogen zijn.
Lieve Paul: er is nog zoveel niet gezegd. In mijn jeugd werd zoveel doodgezwegen. Maar die avond in Carré was ik alleen nog een ietwat wereldvreemd kind dat even centraal stond. Dankje en adieu.
Dankjewel voor het delen van deze mooie post met link, Lonneke.