De regen slaat neer op het IJ. De hagel ontneemt haast het zicht op de overkant. Vrachtschepen en veerponten varen soepel door de chaos. Het is lente in Nederland. De toeristen zullen vandaag direct weten waar ze zijn beland. Een lentedag in Nederland kent alle vier de seizoenen en dit halfuur zijn we in de winter beland. Voor zeker veertig minuten, zo zegt buienrader.
Daarna loop ik naar de fietsenstalling en haal ik er een OV-fiets op
Later vanavond zal Herman van Veen Voor Marie-Louise voor mij zingen. ‘Zeg toch nooit ik wil niet meer leven, met jouw dood is niemand gebaat,’ terwijl ik de hand van mijn beste vriendin vast houd en besef dat ik deze woorden zelfs tijdens de nare gemengde episode van dat moment volledig geloof.
Maar nu nog niet. Eerst moet ik mij een weg door het Amsterdamse verkeer en Nederlandse weer banen, een maaltijd scoren en langs de B&B waar ik logeer. De wind snijdt, de motregen maakt het nog kouder.
Een hoge Amsterdamse trap geeft toegang tot een rustige parel in alle drukte en wederom geldt weer dat openheid tot openheid leidt. De gastvrouw is warm en hartelijk en zit vol indrukwekkende verhalen.
De warme zomerzon schijnt een paar dagen later op me
Ik ben blij dat ik mijn vest en jas op de kapstok heb laten hangen. Den Haag voelt groot en vertrouwd tegelijkertijd. De heerlijke volkse fietsenmaker hield net galant de deur open, waarna ik met beide fietsen in mijn handen moeizaam, maar rustig richting kantoor loop. De smalle straatjes verbergen niet dat de Grote Marktstraat hier dichtbij is. Het is alleen anders.
Ik geniet van de zon op mijn huid. Zomer in de lente. Een belletje, of ik nog even bloemen wil halen. Er is een lezing over inclusie. Een lezing die ik niet wil missen, maar tegelijkertijd mis omdat het past in mijn huidige rol om van te voren het geluid te testen, en dus nu fietsen of bloemen te halen.
Inclusie is iets dat op zoveel vlakken van mijn leven samenkomt
Om mijn missiestatement te behalen, een stigmavrije wereld voor mensen met mentale problemen, is inclusie nodig. Ik lach oprecht naar de beveiliging terwijl ik op de lift wacht. Ik hou van de plek die ik hier heb gekregen.
Op de trappen naast het podium liggen de bloemen te wachten tot het einde van de lezing. Mijn leidinggevende regelt een stoel. Er is veel te doen en te organiseren hier. Het is hard werken, maar ik weet dat ik hier een plek heb gevonden om open te mogen zijn.
Als ik naar huis rij motregent het. Te weinig voor mijn regenpak, teveel voor de zomer Ik denk aan mijn collega’s.
Na het weekend dondert de donder door het station
Buiten regenen de pijpenstelen belletjes in de plassen terwijl ik zit te wachten. Door de harde wind is mijn trein vertraagd. De intercity direct rijdt helemaal niet.
Gelukkig ga ik vandaag naar Tilburg, en niet morgenvroeg. Want morgen is de vertraging er nog steeds, volgens de borden. De lokale SW, het UWV en de gemeente organiseren een bijeenkomst ‘Psyche & Werk’ voor werkgevers. Er komen er 42 en ik zal bewijzen met een dijk van een presentatie bewijzen dat ik meer dan een ervaringsverhaal ben, maar een ervaringsdeskundige die ook ervaringskennis met zich meebrengt.
Misschien ben ik wat ambitieus. Maar zolang ik het van te voren niet tegen hèn vertel, zal dat vast goedkomen. Openheid leidt tot openheid, dus ik ben benieuwd wat de dag van morgen zal brengen. Sowieso zonneschijn, van zon of van mezelf.