Voor het eerst in dik een half jaar mis ik mijn psycholoog. Ik voel me niet goed en ik heb werkelijk geen idee waardoor het komt. Graag zou ik samen met iemand analyseren wat er nou aan de hand is.
Ik ben lusteloos
associëren is lastig en mijn werk is saai. Ik vind het moeilijk een onderwerp voor een blog te verzinnen terwijl er drie opties in mijn notitieblok staan. Het leven voelt zwaar. Het maken van planningen heb ik nodig, omdat ik anders niet naar buiten kom, maar het is zo moeilijk om ze te maken. Ik kan geen nieuwe dingen verzinnen en voel me een slecht persoon zonder welke vaardigheid dan ook.
Ik lijk met iedereen ruzie te maken
en ik maak klaarblijkelijk alleen maar fouten. Mijn agenda van komende maand kent drie dubbele afspraken, terwijl mijn agenda daarbuiten behoorlijk leeg is. Impulsief reageer ik op social media reacties waar het zinloos is om op te reageren. Ik loop al anderhalve week te vechten tegen hypomane kenmerken. Toch slaap ik meer dan 12 uur per nacht.
Ondertussen komen dingen keihard binnen
en vlamt de zelfdestructiviteit op en neer zoals het alleen bij een crisis van mijn persoonlijkheidsstoornis kan doen. Een opmerking van een collega, een stigmatiserend bericht op LinkedIn. Ik voel mezelf zielig en kruip het liefste op de bank in mijn eigen Groote Verdriet. Dat het pas echt begon toen ik mezelf overbelaste door mijn bamboe te willen verwijderen, en ik daarom heb gehuild, pleit voor deze reden van mijn ontregeling.
Ik kan niet op woorden komen
Het is alsof Nederlands opeens mijn tweede taal is geworden. In het tikken van berichten maak ik meer fouten dan wanneer ik het in het Engels zou doen. Google, autocorrect en de spellingscorrecter zijn grote vrienden om dit blog te kunnen tikken. Ik ben ontzettend moe en mijn hartslag vliegt alle kanten op bij de minste inspanningen. Voor het huishouden kan ik geen motivatie vinden, maar als het me lukt kàn ik het lichamelijk niet. Het lijkt wel alsof mijn longcovid tegelijkertijd met mijn hooikoorts weer flink opgekomen is.
Ik weet wel wat hij zou zeggen.
“Maakt het uit wat er aan de hand is? Gaat het er niet om, hoe je hiermee zou kunnen omgaan.”
Irritante vent
Misschien loop ik me gewoon aan mezelf te irriteren. Misschien moet ik niet mijn stoplichtenplan (signaleringsplan) erbij halen, maar het plan dat ik maakte aan het einde van mijn schematherapie. Misschien moet ik even de patiëntentelefoon, die mijn GGZ instelling sinds kort heeft, inwijden.