Mijn collega’s vinden dit mijn beste idee in korte tijd. Ik heb namelijk vaker hele goede ideeën die erg gewaardeerd worden. Mijn nieuwste idee, een hele gezellige en vrolijke invulling van mijn zondagmiddag, vinden ze echt een buitengewoon goed idee waarvan ze het niet erg vinden als ik dit daadwerkelijk mijn nieuwste hobby is.
Ik ruim mijn afgewassen vaat op en zet op het droge droogrek mijn laptop. Ik zet youtube aan en zing hard mee met de muziek. Soms beland ik bij Yentl en de Boer in het verkeerde couplet. Bij Ramses ben ik meer tekstvast. Brells Franse teksten worden vakkkundig verkracht. Hermans ritme is anders dan het mijne. Maar ik zing met overgave, vol passie. Mijn pianoleraar zou trots op me zijn omdat ik zoveel plezier uit haal uit het zingen haal.
Ik haal de batterijen uit mijn weegschaal die ik met mijn nieuwe buikomvang zelden nog gebruik en stop ze in mijn keukenweegschaal. Bij gebrek aan een maatbeker is 250 ml gewoon 250 gram water. Bij gebrek aan een mixer is mijn blender een prima alternatief voor alles met de garde glad te moeten krijgen.
Ik vet volgens voorschrift mijn spiksplinter nieuwe springvorm in. De koekkruimels meng ik met wat gesmolten boter en van het mengsel kneed ik een mooie bodem. Ik schenk het kwark-slagroom-en-zoete-poeder mengsel over de bodem heen. Tussendoor dans ik een pirouette.
Terwijl de taart aan het opstijven is in de koelkast lik ik de kom van de blender leeg. Vlak voor ik naar bed ga neem ik alvast één proefhapje. Twee. Nou ja, zoiets.
De volgende dag neem ik het restant mee naar mijn werk. Net zoals de laatste bitterbal op de schaal blijft liggen, is er aan het einde van de dag nog mooi één punt voor mij overgebleven. Terwijl ik de vaatwasser inruim en mijn lege springvorm in mijn tas stop komt er nog even een collega voorbij. ‘Mag ik een verzoeknummer doen?’
Ik weet nu dus wat ik komende zondag ga maken.