Mijn tuin groeit en bloeit. De zomer is duidelijk aangebroken. Elke avond loop ik een rondje door mijn tuin en kijk bewonderend naar de knoppen van mijn rozenstruiken, geniet ik van de bloeiende rozen en haal de verwelkte rozen weg.
Vol ontzag kijk ik naar mijn peren en pruimen die steeds voller worden. Ik fantaseer over hoe ik ze ga inmaken, bij wie ik goede recepten kan vinden omdat alles invriezen op een gegeven moment onmogelijk wordt. Ik heb een grote vriezer voor een eenpersoonshuishouden, maar het houdt ergens op. Daarom ben ik alvast begonnen met het sparen van lege potjes.
Mijn druivenstruiken hebben zoveel vruchten dat ik me afvraag of ze het wel houden als ze zich vullen met vocht en nog net niet klaar zijn voor de pluk. Inmiddels heb ik met liefde afstand gedaan van een deel van mijn waslijn zodat ze rustig verder kunnen groeien met adequate ondersteuning.
Ik had drie courgetteplanten geplant in de hoop dat eentje het zou overleven. Ze doen het alle drie goed. De een iets beter dan de ander, maar ik ben bang dat ik de voedselbank blij kan gaan maken.
De boontjes vinden het wat lastig om het stokje te vinden waaraan ze naar boven kunnen groeien. Vandaag heb ik ze wat extra aandacht gegeven, ik hoop dat het helpt. Ze zijn inmiddels twee decimeter en hebben ook de eerste bloemen, dus ze zijn alle aandacht waard.
Met de radijsjes heb ik meer moeite, ik weet niet zo goed hoe groot het plantje moet worden en de vrucht bevind zich onder de aarde. En mijn rucola, waarvan ik, mijn buren en mijn jongste zusje al zoveel van genoten hebben, is in een paar dagen ontploft en heeft nu witte bloemen. Stiekem hoop ik dat ik daarna zaadjes kan opvangen.
De Akelei die ik voor Moederdag heb gekregen geeft ook veel zaad. Ik heb mijn peettante al een flinke hoeveelheid gegeven en mijn zus gaat samen met haar dochters zaadbommetjes maken en zo de bermen van Leiden opfleuren. En het leuke is, nu ik de zaadlijsten (?) wegknip, komen er weer nieuwe bloemen. Terwijl de verpakking mij had verteld dat Akelei slechts tot eind mei zou bloeien.
De aardbeien, zonnebloemen, frambozen en het grasveld heb ik onder controle. Dat heb ik van mijn moeder geleerd. Als ik ’s avonds mijn rondje door de tuin loop, een aardbei of framboos pluk en in mijn mond stop smaakt dat duizend keer lekkerder dan uit de winkel en denk ik aan haar.
Ik geniet van mijn tuin en moet daarmee vaak aan het bidprentje van mijn moeder denken.
Ze besloot om iedere dag te genieten en gelukkig heeft ze dit ook tot het laatst kunnen doen. Je zag haar genieten wanneer ze in haar tuin bezig was. Intens vrolijk kon ze worden van alles groeide en door haar handen tot volle bloei kwam.
Ook de nabijheid van allen die haar lief waren gaf haar enorme kracht en ze was er altijd voor haar vrienden en familie.
Ontzettend blij was ze met de geboorte van haar kleindochter. Ze genoot met volle teugen van de streken van die kleine meid. “Net als mijn tuin”, zei ze vaak. “Wanneer je er goed voor zorgt, krijg je het honderdvoudig terug.
Mama, ik heb nu mijn tuin, hoe somber ik ook ben, ik geniet er elke dag van. En jouw kleinkinderen genieten met volle teugen mee, inclusief hun streken door zomaar een kikker op mijn salontafel te zetten. Ik zorg graag voor jouw kleinkinderen, voor mijn nichtjes en neefje uit Leiden, en die liefde krijg ik honderdvoudig terug.