Aanstelleritis

Momenteel heb ik nogal last van aanstelleritis. Tenminste, dat is de diagnose die ik inmiddels bij mezelf heb gesteld. Sinds een aantal dagen heb ik het benauwd bij inspanning. Wat de definitie van inspanning is, is aan verandering in de tijd onderhevig. Eerst was inspanning van mijn werk naar huis wandelen. Later werd het koffie zetten. Met mijn bureaustoel door mijn kantoortje rijden. Vervolgens werd praten uitdagend.

Uiteindelijk rechtop zitten.

Maar goed, als ik het vergelijk met mijn moeder haar longontstekingen en chemokuren, of de astma-aanvallen van mijn zusje, of de COPD van mijn vader, of de laatste levensuren van mijn oma, heb ik weinig te klagen en valt alles wel mee. Ik heb geleerd mijn gezondheid altijd naast de maatstaf van vroeger te houden. Dat zit mij vaak in het pad, vooral als ik zelf een keertje iets heb. Niet zo aanstellen. Gewoon rustig ademhalen tot dit is gezakt en daarna verder gaan.

Alle technieken die ik zelf in huis heb om spanning te verminderen heb ik toegepast. Ik heb oxazepam genomen. Ik heb rust genomen. Ik heb geprobeerd er met iemand over te praten, maar na vijf woorden bleek dat niet te werken. Ik heb in mezelf gesneden. En toch hou ik hetzelfde patroon. Ik heb het benauwd en zonder medische redenen heb ik dat zelf veroorzaakt.

En dan zit ik op de bank. Mijn voet op de tafel. Licht voorovergebogen. De ventolin kijkt me dreigend aan vanaf de salontafel. Een ‘Goed dat je belde,’ echoot met de stem van mijn huisarts nog in mijn hoofd. ‘Hier zijn je medicijnen,’ zegt de apotheekbezorger bij de deur. ‘Ik kom wel even langs,’ zegt de andere huisarts een dag later. ‘Net als gisteren.’ Ik voel me serieus genomen en daarmee verminderd de drang om mezelf pijn te doen voor de aansteller die ik nu ben.

“We hebben nu het gevaarlijkste uitgesloten, maandag kijken we wel weer verder.” De geneeskundelessen die ik vaak propogandeer: dat iets lichamelijk onverklaarbaar is, betekent niet dat het er niet is. Het betekent niet dat het probleem niet bestaat. De meeste medisch onverklaarde klachten, gaan vanzelf over. Dat betekent niet dat de klacht er niet is. Ik kan ze niet toepassen op mezelf. En toch zegt mijn arts het indirect. Het gevaarlijkste is uitgesloten. We kunnen uiteindelijk altijd meer als we het weekend hebben afgewacht.

Ik pak de blauwe voorzetkamer en druk op de groene puffer. Ik sluit mijn mond om het mondstuk en probeer volledig tegen mijn huidige instinct in rustig en diep in te ademen, Een ademhaling, twee ademhaling, drie ademhaling. De vierde en vijfde gaat daarna vanzelf.

Ik heb eindelijk genoeg lucht om rechtop te zitten en dit blog te schrijven. Hopelijk de eerste stap richting goed voor mezelf zorgen. Want ik heb altijd, iedere dag van mijn leven last van die eeuwenoude worsteling van vroeger, maar vandaag vraagt mijn lichaam om een drastisch andere aanpak.

Wil je Lonneke’s Levensdans financieel steunen en mijn levenswerk ook mijn echte werk maken? Doneer dan nu: https://www.lonnekeslevensdans.nl/donatiebutton/ of koop mijn boek.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *