Ik heb een slechte conditie. Veel slechter dan ik vroeger had.
Ooit fietste ik via Parijs naar Tours, ik legde meer dan 100 km per dag af en racete door het Franse heuvelland. Tegenwoordig beklim ik zuchtend en steunend de Breestraat waarbij ik word ingehaald door studenten op barrels en bejaarden op electrische fietsen. Een fietstocht van veertig kilometer is meer dan genoeg voor mijn huidige benen.
In mijn studententijd beklom ik de trappen van het LUMC omdat de lift langer op zich liet wachten en tijdens lunchtijd vaak overbevolkt was. Nu woon ik op de begane grond en pak ik de lift als ik in het archief of bij de GGz naar de eerste verdieping moet. En de enkele keer dat ik naar de bovenbuurvrouw op visite ga, sta ik halverwege te hijgen.
Verstandelijk gaat het ook slechter. Onlangs kreeg ik een uitgebreide IQ test, en ik bleek 9 punten te hebben verloren in mijn performale IQ.
Het is dan ook al jaren geleden dat ik iets ingewikkelders heb gelezen dan een krantenartikel, wachtkamertijdschriftstukje of de ondertiteling van het journaal. De enige boeken die ik lees, lees ik voor aan mijn nichtje van acht.
Mijn concentratieconditie is meer dan beroerd. En daar baal ik stevig van. Vroeger verslond ik iedere letter die mijn ogen raakten. In een avond -en de vroege nacht- las ik in één ruk boeken van mijn lijst uit. Hoe vaak mijn zus mij niet betrapt heeft met een streepje licht onder mijn slaapkamerdeur omdat ik stiekem een boek las. Zelfs mijn geneeskundestudiepillen las ik met plezier en zonder moeite. En dat is nu allemaal voorbij. Hoe graag zou ik iedere week bij de bieb vier boeken meenemen en een week later uitgelezen weer terug brengen.
Het is natuurlijk ook wel een kwestie van weer conditie opbouwen. En daarom heb ik een tijdje terug weer een boek gepakt. Ik heb het open geslagen en ik ben weer gaan lezen. Iedere dag opnieuw lees ik wat pagina’s. Een conditie opbouwen kost tijd en boeken kun je meenemen.
Dus als je me deze zomer op een terrasje in Schevening aantreft, ben ik niet alleen een stukje wezen fietsen, maar zou ik je zomaar niet kunnen zien omdat ik met mijn neus in een boek zit.