17 januari 2017. Rapid-cycling. Mijn snellestemmingswisselingen geven enkel somberheid. Mijn werk sleurt me uit bed. Straks. Nu nog niet. De bliepjes van de appjes van collega’s spelen voor wekker. Met ieder bliepje wordt het excuus om niet op te staan groter. Amsterdam kent een stroomstoring. Het treinnetwerk kent een grote verstoring. Mijn werk is nu in Amsterdam. De NOS raadt af om in de buurt van een trein te komen. Ze rijden vandaag toch niet.
Al append kruip ik steeds dieper onder mijn dekbed. Daarbuiten is alles koud. Daarbuiten is alles naar. Daaronder is alleen mijn eigen ellende. Ik wikkel me verder en verder en verder onder mijn dekbed. Hoe harder ik wikkel, hoe harder mijn hoofd schreeuwt over dood.
Op mijn nachtkast ligt papier en pen. Ik maak een dagplanning. Ik moet een koelkast kopen en ik moet doodgaan. Mijn hoofd is gek, het propt twee uitersten in één zin.
Noodles. Ik eet twee happen, laat ze vallen en raap ze niet op. Thee. Ik kan het niet zetten, drink water uit de fles. Eieren. Ik bak ze en lus alleen het eigeel
Mijn hoofd, verstand en lichaam hebben andere behoeften. Mijn hoofd eist zoet en vet. Mijn verstand verlangt salades. Mijn lichaam kan niets verdragen. In bed kruip ik dieper en dieper en dieper tot ik tranen proef. Mijn lichaam schokt, mijn hoofd laat me ontroostbaar gaan, mijn verstand eist even niet meer.
Mijn hoofd wordt rustiger, mijn lichaam kan mij weer verdragen, mijn verstand laat een troostdouche toe. Het warme water brengt mijn wereld wat warmte. Eindelijk eet ik echt, de lange avondwandeling blijkt slechts een korte opgave, geduldig worstel ik met het beddegoed voor een schoon bed, ik schrijf nog wat, ik kleur nog wat.
18 januari is pas morgen weer. Een volgende morgen in mijn rapid-cycling. Voor nu heb ik vandaag overwonnen.
Wat ontzettend knap van je dat je de dag een positieve wending hebt gegeven. Bedankt voor het delen van je ervaring Lonneke!
Bedankt voor je reactie! Een paar maanden terug schreef ik een herziene versie, speciaal voor jou zet ik het hier nu toch neer.
groetjes,
Lonneke
Rapid cycling. Vandaag geven mijn stemmingswisselingen enkel somberheid. Mijn werk sleurt me uit bed. Straks. Nu nog niet. Nog vijf minuten voordat de dag moet gaan beginnen. Ik mag nog even snoozen. Bliepende appjes van collega’s spelen voor wekker. En met ieder bliepje wordt het excuus om niet op te staan groter.
Vandaag kent Amsterdam een grote stroomstoring. Daardoor is het treinnetwerk ernstig verstoord. Mijn werk is vandaag in Amsterdam. De website van de NOS raadt af om ook maar in de buurt van een trein te komen. Ze rijden vandaag toch niet.
Al append kruip ik steeds verder onder mijn dekbed. Daarbuiten is alles koud. Daarbuiten is alles naar. Daaronder is alleen maar mijn eigen ellende. Ik wikkel me steeds verder en verder en verder onder mijn dekbed. Maar hoe harder ik wikkel, hoe harder mijn hoofd schreeuwt.
Op mijn nachtkastje ligt papier en pen. Ik maak een dagplanning die meer lijkt op een to-do lijst. Ach, een to-do lijst keur ik ook goed. Het is beter dan de hele tijd in bed liggen. Op mijn lijst staat dat ik een nieuwe koelkast moet kopen. Vlak daaronder staat dat ik moet verdwijnen. Mijn hoofd is gek, het zet iets nieuws kopen in dezelfde lijst als alles beëindigen.
Noodles. Ik eet twee happen. Ik laat ze vallen en raap ze niet meer op. Thee. Het lukt me niet het te zetten en ik drink water uit de kraan. Eieren. Misschien krijg ik eieren wel weg. Ik bak er twee en lust alleen het eigeel.
Mijn hoofd, mijn verstand en mijn lichaam hebben andere behoeften. Mijn hoofd eist zoet, zout of vet. Mijn verstand verlangt dat ik een gezonde salade ga maken. Mijn lichaam kan helemaal niets verdragen. Ik protesteer en heb nergens zin in. In mijn bed kruip ik onder mijn dekbed. Ik kruip er steeds dieper in totdat ik tranen proef. Mijn lichaam schokt, mijn hoofd laat zich ontroostbaar gaan en mijn verstand eist voor even helemaal niets meer.
Ze worden rustiger. Mijn lichaam kan mij weer verdragen. Mijn verstand laat eindelijk verstandige dingen toe. Ik ga troostdouchen.
Het warme water brengt mijn wereld weer wat warmte. Mijn spieren ontspannen mijn lichaam. Eindelijk eet ik echt wat. De lange avondwandeling blijkt gelukkig slechts kort een grote opgave. Geduldig worstel ik om mijn dekens van schone lakens te voorzien. Vanavond heb ik een schoon, fris bed. Ik schrijf nog wat, ik kleur nog wat.
Morgen pas is er weer een nieuwe morgen. Een volgende morgen in mijn rapid cycling. Voor nu heb ik vandaag overwonnen.