Als een mantra herhaal ik het in mijn hoofd.
Afgelopen woensdag was ik voor het eerst in ruim elf jaar weer bij mijn therapeut.
Na mijn laatste crisis wil ik anders leren denken over mijn huidige variant van mijn bipolaire stoornis. Ik wil er niet meer elke dag tegen vechten, maar het een plekje geven in mijn leven. Omdat ik ook wel weet dat dit accepteren me niet alleen gaat lukken, heb ik hulp gevraagd en gekregen. Deze hulp bestaat uit ondersteuning van de therapeut die ik ook bij mijn allereerste depressie had.
In het eerste gesprek hadden we het zijdelings over de G-schema’s die ik heb leren gebruiken tijdens cognitieve gedragstherapie. G-schema’s gaan over de oneindige cirkel van gedachten, gevoelens, gedrag en gebeurtenissen die elkaar opvolgen. En over de kunst door één van deze vier te veranderen, de cirkel te doorbreken.
We hadden het over de obsessieve, zelfdestructieve gedachten die ik tijdens een sombere periode krijg als ik op welke manier dan ook in de stress schiet. En hoe somberder ik ben, hoe minder weerstand ik aan de gedachten kan bieden, Dit eindigt uiteindelijkt in zelfdestructief gedrag.
Mijn depressie bleek gelukkig bijna over en daarmee waren de gedachten beter te hanteren door afleiding en oxazepam. Bovendien, zoals het bij mij bij een echte depressie betaamt, kwamen de gedachten gelukkig steeds later.
Gisterenochtend kwamen de gedachten weer. Vroeg en sterk. Ik bedacht mijn afleiding te gaan zoeken en oxazepam te nemen. Maar ik dacht ook terug aan het gesprek. Ergens onderin een stapel vol dag- en weekschema’s vond ik nog een paar G-schema’s.
Het was een lastige oefening, met zelfdestructieve gedachten en beelden die ik een waarheidsgehalte gaf van 100 op een schaal van 100. Na een half uur noeste arbeid kwam ik tot twee conclusies: Ik heb even tijd voor mezelf nodig (80) én ik ben te mooi om gekke dingen met mezelf te doen (15). Iemand zei dat tenminste.
Ik pakte mijn dagboek, ik keek in mijn spiegel en ik huilde. Ik huilde omdat ik mooi ben. Ik huilde omdat ik mooi gevonden wordt.
En elke keer sindsdien -als mijn gedachten me opspelen- neem ik geen oxazepam. Ik druk het niet weg in afleiding.
Maar ik herhaal het als een mantra in mijn hoofd.
Ik mag lief voor mezelf zijn. Mooie vrouwen mogen lief voor zichzelf zijn. Ik ben mooi.