Ik geef voorlichtingen over mijn psychische stoornis en daarbij word ik begeleid door een dame van het GGz-informatiepunt. Een aantal maanden geleden vroeg zij of ik ook columns wilde schrijven.
Wat zij niet wist was dat ik als scholier veel korte verhalen, essay’s, gedichten én columns heb geschreven. Meer dan tweehonderd stukjes zijn in de krochten van het internet verdwenen. De websites waar ik publiceerde bestaan niet meer. De computer waarop ik ze opsloeg zijn lang geleden gecrasht. Het is een leven dat voorbij is. Het leven van een tienermeisje met tienerdromen.
Mijn dromen zijn veranderd, maar na deze aansporing ontdekte ik dat ik het schrijven heb gemist. Nu ik weer schrijf, ben ik weer even productief. Ik schrijf geen verhalen meer over kabouters, geen liefdesgedichten over een zuidwesterstorm. Ik schrijf columns over mijn dagelijks leven. Een leven dat sinds mijn tienertijd nog ingewikkelder is geworden.
Deze columns geven mij houvast, overzicht over hoe mijn hoofd werkt, inzichten. Ik wil troost, houvast en begrip geven met anderen die zo’n hoofd hebben. Ik hoop meer houvast te geven aan en begrip te krijgen van mensen die niet zo’n hoofd hebben. Bovenal wil ik laten zien dat ik meer ben dan mijn stoornis, meer dan mijn rare hoofd.