Er is leegte. Er heerst alleen maar leegte. Alleen maar absolute stilte. Niet in mijn hoofd, maar wel in mijn wezen. En mijn wezen hoort inspiratie te geven voor blogs zodat ik kan schrijven. Tijdens schrijven kan ik even leven. Maar nu is het er stil. Al veel te lang.
Ik ben geen stilte gewend. Ik ben gewend te vliegen, te stuiven en zelfs op mijn allerslechtste dagen mindfull mindfulle dingen te observeren, te bewonderen. Ik ben gewend om bij het wandelen te kijken hoe snel de berenklauw deze week is gegroeid, ik ben gewend mooi fluitekruid te plukken om in mijn haren te doen. Een boterbloem voor mijn neefje, blauwe druiven voor mijn nicht. Maar vandaag zie ik niets. Ik zie objecten, ik zie geen kleuren, ik zie geen vormen, ik zie geen schoonheid Ik zie alleen maar leegte.
Mijn trainingen leerden met dat je dingen soms gewoon moet laten zijn. Dat dingen niet goed zijn. Dat dingen niet verkeerd zijn. Dat dingen zijn. Zonder dat je er een oordeel hoeft te vellen, zonder dat je er een oordeel over hoeft te hebben. Zonder dat je na hoeft te denken wat de dingen je opleveren of kosten.
Maar er is nu niets meer. Er is alleen maar leegte. Er kan geen oordeel bestaan in het land van niets.
Mijn hoofd demp ik met oxazepam. Mijn hoofd kan alleen nog op de automatische piloot.
In het land van niets zijn schoenveters gevaarlijk, zijn oplaadsnoeren van telefoons gevaarlijk, zijn spelden gevaarlijk, zijn kapot gestampte pennen gevaarlijk.
Ik voel me opgesloten in mezelf, in mijn land van niets, in mijn land van leegte. Symbolisch zit te deur op slot, hoewel ik altijd mag vragen aan een ander om de deur open te maken. Ik weet niet hoe ik leegte moet omschrijven als er gevraagd wordt hoe het gaat. Ik ben niet gewend aan stilte.
Ik ben gewend aan bruisend, ik ben gewend aan overlopen,ik ben gewend aan chaos, ik ben gewend aan muziek, ik ben gewend aan televisie, ik ben gewend aan kinderen, ik ben gewend aan duizend collega’s die langslopen met praatjes en verzoekjes, ik ben gewend aan de gangmaker te zijn achter de bar. Ik ben -ondanks alles altijd, ondanks hoe mijn leven al jaren is- altijd gewend aan elke dag dansen.
Alleen nu even niet. Nu is er leegte en zelfgekozen eenzaamheid.
Misschien dat het over een uurtje weer net een klein beetje beter gaat. Misschien dat ik over een uurtje weer net een uurtje overleefd heb.